Op de volgende bladzijden vind je een schema waarin de in Bijlage A genoemde criteria gerubriceerd zijn naar taken.
Het is de bedoeling dat je in de kolommen aangeeft waar en op welke wijze in jouw uitwerkingen je welke beoordelingscriteria laat zien.
Een criterium kan in verschillende ervaringen terugkomen.
CHECKLISTWaar in je portfolio verbind je de deeltaak aan je ervaringen?
Taak 1: De docent draagt er zorg voor dat hij professional is en blijft
Ervaringen
Toelichting
1.1 De docent draagt bij aan de onderwijsontwikkeling, innovatie en kwaliteitszorg van uit een onderzoekende houding.Resultaat:De docent denkt als teamlid mee hoe instellingsbeleid, wettelijke kaders en actuele vak- en beroepsinhoudelijke ontwikkelingen kunnen worden vertaald naar het onderwijs(= professionele ruimte van de docent).
1.2 De docent is zich bewust van zijn eigen beperkingen, werkt planmatig aan zijn eigen vakinhoudelijke ontwikkeling in relatie tot het beroepenveld en in afstemming met het teamResultaten:· De docent maakt jaarlijks concrete afspraken met zijn leidinggevende over zijn persoonlijke ontwikkeling, in afstemming met het teamontwikkelingsplan, voert die afspraken uit, checkt en stelt bij (PDCA).· De docent maakt keuzes op basis van reflectie op en (systematisch) onderzoek naar eigen handelen en in afstemming met het team.· De docent staat open voor andere ideeën en werkwijzen en probeert die van tijd tot tijd uit.· De docent houdt zijn ontwikkeling, leerrendement, bij in een bekwaamheidsdossier volgens de richtlijnen van zijn of haar school.
1.3 De docent houdt de ontwikkelingen rondom taal en rekenen bij in de context van het beroep.Resultaat:De docent vertaalt de ontwikkelingen op taal- en rekengebied in een of meerdere beroepsproducten, waarin hij of zij bijvoorbeeld een toets maakt waarin rekening wordt gehouden het taal- of rekenniveau van de student(2F/3F).
1.4 De docent werkt samen met andere docenten in opleiding.Resultaten:· De docent ontvangt en geeft feedback en forward van en aan leraren in opleiding, rekening houdend met het ontwikkelplan en de taken van de mbo docent· De docent in opleiding maakt zijn eigen leren zichtbaar in verbinding met anderen, bijvoorbeeld door het samen verzorgen van een workshop voor of in het werkveld.
1.5 De docent werkt samen met onderwijsondersteuners, zoals instructeurs en onderwijsassistenten op basis van het onderwijsprogramma en neemt verantwoordelijkheid voor het leerproces.Resultaten:· De docent is (mede) verantwoordelijk voor een duidelijke taaktoedeling aan een instructeur of ondersteuner en is eindverantwoordelijk voor het onderwijs.· De docent werkt samen met onderwijsondersteuners vanuit kwaliteitscriteria en wettelijke kaders.
CHECKLISTWaar in je portfolio verbind je de deeltaak aan je ervaringen?
Taak 2: De docent ontwikkelt een onderwijsprogramma
Ervaringen
Toelichting
2.1 De docent ontwikkelt (een onderdeel van) het onderwijsprogramma, op basis van de wettelijke kaders, in samenspraak met het onderwijsteam en binnen de beleidskaders van de school.Resultaten:• Een vanuit de wettelijke kaders vormgegeven onderwijsprogramma met leerinhouden, gerelateerd aan de eindkwalificaties.• Een onderwijsprogramma waarin de onderwijsvisie van de school herkenbaar is uitgewerkt.• Een door het team gedragen onderwijsprogramma, waarin zichtbaar is wie wat doet, wie waarvoor verantwoordelijk is en hoe onderlinge afstemming plaatsvindt.• Een onderwijsprogramma, waarin ruimte is voor actualisering aan de hand van ontwikkelingen in het beroepenveld.• Een programma met structurele aandacht voor en gekoppeld aan de ontwikkeling van beroeps-, loopbaan- en burgerschapscompetenties.• Een programma, waarin vakonderwijs, vakgericht taal- en rekenonderwijs, en/of moderne vreemde talen in het programma op zo’n manier verwerkt zijn, dat er een natuurlijke eenheid ontstaat in het beroepsgericht opleiden.
2.2 De docent ontwerpt vanuit zijn individuele opdracht, in afstemming met het team, leer-arrangementen vanuit het beroepsprofiel van de toekomstige beroepsbeoefenaar in een daartoe passende (krachtige, beroeps-contextrijke) leeromgeving en daarbij actuele kennis en ervaring uit de hele breedte van het werkveld gebruikt en de daarbij benodigde algemene kennis beschrijft.Resultaten:• Leerarrangementen in het perspectief van het beroepsprofiel van de toekomstige beroepsbeoefenaar.• Leerarrangementen waarin theorie en praktijk met elkaar verbonden worden (theoretische leren en werkplekleren).• Leeractiviteiten (lessen, trainingen, workshops) waarbij de studenten:- theoretische concepten in concrete taken toepassen;- specifieke (beroeps)ervaringen koppelen aan theoretische concepten;- kennis, vaardigheden en attitudes aan beroepstaken verbinden;- een relatie leren zien tussen het detail en het grotere geheel.
2.3 De docent stelt het ontwikkelde programma van tijd tot tijd bij, op basis van de gestelde doelen, feedback-instrumenten, ervaringen en resultaten.Resultaat: Een onderwijsprogramma dat structureel is ingebed in een PDCA-cyclus of ander er passendkwaliteitssysteem om de effectiviteit van het onderwijs in kaart te brengen en om desgew enst (didactische) keuzes te heroverwegen ter verbetering van de leeropbrengst van de studenten.
2.4 De docent beschikt over de digitale vaardigheden om ICT in het onderwijs effectief te kunnen inzetten in lessituaties én in de onderwijsorganisatie.Resultaat:· Digitale leerarrangementen waarbij gemaakte keuzes onderbouwd zijn.· Leeractiviteiten waarbij studenten digitale veiligheid ervaren.· Leeractiviteiten die ertoe leiden dat studenten creatief, kritisch en bewust leren omgaan met de mogelijkheden van internet en sociale media ten behoeve van het eigen leren.· Vaardigheden waarmee studenten doelgericht en systematisch omgaan met informatie (informatieprobleem formuleren, zoekstrategieën, verwerven en selecteren, verwerken en presenteren van informatie, evalueren en boordelen).
CHECKLISTWaar in je portfolio verbind je de deeltaak aan je ervaringen?
Taak 3: De docent voert een onderwijsprogramma uit
Ervaring
Toelichting
3.1 De docent benut de beroepspraktijkervaringen als leerervaringen en verbindt deze aan kennis, vaardigheden en houdingen die in schoolse situaties worden geleerd. De docent stimuleert dat de student deze kennis, vaardigheden en houdingen toepast praktijk.Resultaten:• Een integrale onderwijspraktijk waarbij de vakken dienend zijn aan het beroep waarvoor wordt opgeleid, waarbij studenten voortdurend worden uitgenodigd hun beroepservaringen te verbinden met het leren in de school en het in school geleerde met de praktijk te verbinden.• Een onderwijspraktijk, waarbij een integrale manier van begeleiding wordt gepraktiseerd: begeleiding naar een beroepsidentiteit die parallel loopt met persoonlijke begeleiding en begeleiding bij de (studie)loopbaan-stappen
3.2 De docent biedt het onderwijsprogramma op verschillende manieren aan (waaronder) bijvoorbeeld afstandsleren of blended learning).Resultaten:• Een uitvoeringspraktijk met mogelijkheden voor flexibilisering en maatwerk naar doel, doelgroep, werkstijlen, vorm en context.• Een uitvoeringspraktijk waarin – afhankelijk van doel en doelgroep – een balans gevonden is tussen theoretisch, methodisch en praktisch leren, waarbij de hiervoor benodigde kennis expliciet is gemaakt.
3.3 De docent kiest – conform teamafspraken – werkvormen die passen bij doel, doelgroep, werkstijlen van studenten en context van de leeractiviteit.Resultaat:Een uitvoeringspraktijk waarin de docent kan signaleren welke student een aangepaste aanpak nodig heeft, ondersteuning kan vragen of kan doorverwijzen naar specialisten.
3.4 De docent houdt rekening houdt met verschillen tussen studenten en voorziet in een gerichte aanpak bij leerstoornissen of weet daarbij ondersteuning te vragen.Resultaat: Een evenwichtig aanbod van verschillende leeractiviteiten (theorielessen, trainingen en workshops), met theoretische, praktische en integrale opdrachten.
3.5 De docent herkent de taal- en rekenaspecten in zijn onderwijs, deficiënties bij zijn studenten kan signaleren en zo nodig experts kan inschakelen.Resultaat: De docent weet wat zijn collega taal of rekenen kan bijdragen en maakt daar efficiënt van.
3.6 De docent begeleidt de studenten bij het uitvoeren van de leeractiviteiten, op basis van team-en instellingsafspraken.Resultaten:Een onlosmakelijk met de onderwijsuitvoering verbonden set van resultaatgerichtebegeleidingshandelingen, bestaande uit:· Observeren van studenten tijdens hun leeractiviteiten;· Handelen en interventies afstemmen op het leerproces (leren leren, leren attriburen, leren reguleren) en leerresultaten van de studenten;· Met de student registreren van de voortgang;· Met collega’s de voortgang en gewenste interventies en communicatie bespreken.· Het leerproces evalueren om vast te stellen of het tot de gewenste resultaten leidt.
3.7 De docent evalueert de uitvoering van het programma en de effectiviteit van deingezette activiteiten en begeleidingsvormen met de direct betrokkenen (insamenwerking met het team) en trekt daaruit lessen voor verbetering.Resultaten:• Een kwaliteitscyclus waarin leeractiviteiten worden geëvalueerd (ook door studenten)en bijgesteld. Richtinggevend bij de evaluatie zijn: – leerbaarheid;- verbetering van de leerresultaten;- relevantie voor de beroepspraktijk;- performance docenten.• Een jaarlijkse evaluatie in relatie tot het instrumentarium voor kwaliteitszorg en rendementsgegevens.
CHECKLISTWaar in je portfolio verbind je de deeltaak aan je ervaringen?
Taak 4: De docent begeleidt de studenten tijdens de leerbaan
Ervaringen
Toelichting
4.1 De docent begeleidt de student in de ontwikkeling van zijn beroepsidentiteit en loopbaan competenties: wat wil ik, wat kan ik, wat doe ik en wat maak ik waar? De student leert zelf richting te geven aan zijn reflectie op kwaliteiten en motieven, werkexploratie, loopbaan-sturing en netwerken (ook in een vervolgopleiding).Resultaat:Een met het team afgestemd doorlopend en samenhangend begeleidingsproces, waarin de student zich ontwikkelt tot een zelfsturend persoon, waarbij hij functioneert als burger en als (aspirant) werknemer. Hierbij werkt hij aan zijn beroepsprofiel, eventuele doorstroom naar het hoger onderwijs en het verwerven van loopbaan competenties.
4.2 De docent ondersteunt de student en stimuleert bij het reflecteren op zijn studievoortgang, beroeps- en loopbaanvaardigheden en zijn beroepsidentiteit.Resultaat:Een met het team afgestemd begeleidingsproces met vaste gespreksmomenten,waarbij de student kritisch naar zichzelf leert kijken en zijn mogelijkheden leertkennen in directe relatie tot zijn (nabije) toekomst in onderwijs en/of werkveld.
4.3 De docent begeleidt de student in keuzes wat waar (school of praktijk) wanneer geleerd wordt (in afnemende sturing).Resultaat:Een met het team afgestemd begeleidingsproces waarin de student stap-voor-stap de samenhang leert zien tussen wat hij waar kan leren.
4.4 De docent brengt met de student gedurende het leerproces de voortgang in beeld brengt en ondersteunt de student in het opbouwen van een portfolio.Resultaat:Een met het team afgestemde systematiek voor het vastleggen van destudievoortgang. De student, de loopbaanbegeleider en examinatoren/ assessorenkunnen deze systematiek gebruiken.
4.5 De docent onderhoudt contacten met alle functionarissen (binnen en buiten de school) die bij het leerproces van de student een rol spelen (inclusief netwerken).Resultaat:Een systeem waarin de contacten met anderen worden vastgelegd: wiecommuniceert met wie over het leerproces van studenten en hoe wordt erteruggekoppeld?
4.6 De docent signaleert verzuim en andere factoren die de studievoortgang belemmeren en onderneemt zo nodig actie onderneemt.Resultaat:Een systeem waarin informatie over factoren die de studievoortgang belemmerenwordt vastgelegd. Het systeem kan ook gebruikt worden voor de verzuimregistratie.
CHECKLISTWaar in je portfolio verbind je de deeltaak aan je ervaringen?
Taak 5: De docent is actief betrokken bij de beroepspraktijkvorming
Ervaringen
Toelichting
5.1 De docent bereidt met studenten de beroepspraktijkvorming voorResultaten:• Een met het team afgestemd onderwijsprogramma voor ‘solliciteren’, kennismaken met en gedragsregels in het leerbedrijf.• De student is in grote lijnen op de hoogte van wat hij in het leerbedrijf kan leren, wat hij van zijn begeleider kan verwachten en hoe hij in het bedrijf zijn leerresultaten kan bijhouden.
5.2 De docent begeleidt studenten bij de beroepspraktijkvorming in en buiten de school.Resultaten:• Een bijdrage aan de praktijk van de beroepspraktijkvorming waarin helder is wat in en buiten school geleerd kan worden en hoe dit met het team en de praktijkopleider is afgestemd.• Een bijdrage aan de praktijk van de beroepspraktijkvorming met opdrachten die op basis van actuele kennis van het beroepenveld ontworpen zijn. De opdrachten zijn afgestemd met het team en met de praktijkopleider. Hierbinnen kan specifieke aandacht zijn voor het functioneel gebruik van taal en rekenen in de context van het beroep.• Een met de praktijkopleider afgestemde begeleiding (binnen teamafspraken).
5.3 De docent onderhoudt via praktijkbezoeken zijn kennis van het beroepenveld.Resultaat:· Een manier van werken waarbij docenten voortdurend de ontwikkelingen in hetberoep volgen en waarbij zij inzichten met het team delen.
CHECKLISTWaar in je portfolio verbind je de deeltaak aan je ervaringen
Taak 6: De docent construeert, hanteert en evalueert beoordelingsinstrumenten
Ervaringen
Toelichting
6.1 De docent bereidt de student voor op zijn ontwikkelingsgerichte toetsing en examinering, op basis van de team- en instellingsafspraken.Resultaten:• De student weet hoe hij beoordeeld wordt en hoe hij zich daarop moet voorbereiden. Onderwijs en examinering sluiten op elkaar aan.• De student weet welke beoordelingen ontwikkelingsgericht en welke kwalificerend zijn.
6.2 De docent zorgt voor een passende organisatie van de ontwikkelingsgerichte toetsing en examinering, op basis van de team- en instellingsafspraken.Resultaten:· De student voert de ontwikkelingsgerichte toets of het examen uit onder de juiste afname-condities.· De student weet wat hij kan verwachten.· De beoordeling is correct en leidt tot verdere ontwikkeling of tot een valide en betrouwbaar examenresultaat.